Vliegenoverlast blijft een probleem op Heijplaat

Home » Heijplaat Nieuws » Wijplaat » Leefbaarheid » Vliegenoverlast blijft een probleem op Heijplaat

Leestijd: 4 minuten
Door: Heijplaat Online


Laatste update: 22 december 2023, 23:13

Verslag Informatiebijeenkomst aanpak vliegenoverlast van 7 december 2023 op Heijplaat, Rotterdam

De vliegenoverlast op Heijplaat is nog steeds een probleem. Veel bewoners vinden de overlast van vliegen zelfs erger dan verkeers- en geluidoverlast, zo blijkt uit recent onderzoek onder 800 inwoners van Heijplaat. En dat is opmerkelijk, want in 2023 zijn er nieuwe maatregelen ingevoerd om de overlast te beperken en bleek uit onderzoek dat er minder vliegen zijn dan in voorgaande jaren. En dat in een jaar dat N+P een door de rechter afgedwongen preventieplan aan het voorbereiden is. N+P is het bedrijf in Heijplaat dat PMD-afval verwerkt en sorteert. In dat afval zitten veel vliegen en voorstadia van vliegen.

Dat de problemen niet minder worden ervaren, kwam aan het licht op een informatieavond over vliegenoverlast op 7 december 2023 in De Huiskamer 2.0 op Heijplaat. DCMR, KAD (Kennis en Adviescentrum Dierplagen) en bewoners, verenigd in het Vliegenteam, vertelden daar over het probleem dat kamervliegen, aasvliegen en vleesvliegen oplevert voor de bewoners van Heijplaat.

Rol DCMR

Jan van Nies, programmamanager van het vliegendosssier bij DCMR, benadrukte dat zijn organisatie er bovenop zit. DCMR verhoogde in 2023 het toezicht op N+P van twee keer per jaar naar elke week en rukte vaker dan voorheen uit bij overlastklachten. Ook was er voortdurend overleg tussen DCMR, de gemeente en bewoners wat ervoor heeft gezorgd dat N+P een preventieplan heeft gemaakt.

Onderzoek: vliegen tellen

Voor de bewijsvoering over de omvang en verspreiding van de vliegen speelde het langlopende onderzoek van het KAD (Kennis en Adviescentrum Dierplagen) ook in 2023 een belangrijke rol. Het instituut onderzocht – met vallen gevuld met lokstof – de hoeveelheden en de soorten vliegen en analyseerde ook waar mogelijke bronnen te vinden zijn. Dat onderzoek gebeurde op Heijplaat en in Hoogvliet waar – evenals in Heijplaat – een kinderboerderij is te vinden.

Belangrijke conclusies die het KAD eerder in een nieuwsbrief publiceerden:

– Het aantal gevangen aas- / vleesvliegen op Heijplaat in dezelfde zomermaanden neemt sinds 2019 langzaam af. Het aantal kamervliegen is op Heijplaat na 2020 sterk gedaald, waarna dit in de periode 2021 t/m 2023 is gestabiliseerd.

– Ook in 2023 zijn meer kamervliegen gevangen op Heijplaat dan in een vergelijkbare woonwijk in Rotterdam. Dit komt overeen met de bevindingen van 2021 en 2022.

– Dicht bij N+P zijn in 2023 meer kamervliegen gevangen dan verder weg. Er is alle jaren eenzelfde trend gevonden; dichter bij N+P worden meer kamervliegen gevangen.

Er is, anders dan in voorgaande jaren, geen wezenlijk verschil gevonden in het aantal aas- / vleesvliegen op Heijplaat en een vergelijkbare woonwijk in Rotterdam, maar ligt hoger op Heijplaat dan bij N+P.

– Dicht bij kinderboerderijen zijn in 2023 meer aas- / vleesvliegen gevangen dan verder weg. Dit is aangetroffen op Heijplaat en in de vergelijkbare woonwijk. Dit onderzoek is niet eerder uitgevoerd en kan daardoor niet vergeleken worden.

– Het is niet mogelijk om een norm vast te stellen op basis van vangsten, omdat er teveel variatie is in het aantal vliegen gedurende de jaren. Het is ook juridisch onmogelijk een norm te baseren op het aantal overlast meldingen.

Op basis van eerdere onderzoeken is vastgesteld dat het bedrijf N+P, net als voorgaande jaren, de hoofdoorzaak van de vliegenoverlast is. Er zijn maatregelen getroffen door N+P. Ondanks deze maatregelen zijn ook in 2023 meer (overlast veroorzakende) kamervliegen gevangen op Heijplaat ten opzichte van de referentiewoonwijk.

Reactie van het Vliegenteam

Het Vliegenteam, waarin bewoners van Heijplaat zitten, is niet blij met de manier waarop het KAD onderzoek heeft gedaan. Vliegenteam-voorzitter Rinus Groen: ‘Er is in 2023 maar drie maanden gemeten in plaats van acht maanden zoals in eerdere jaren. Daardoor is overlast van april en mei niet meegeteld in het onderzoek.’

Jan van Nies van het DCMR stelde dat als randvoorwaarde is gesteld dat een drie maanden durend onderzoek net zo representatief moet zijn als acht maanden onderzoek. KAD bevestigt dat dit zo is. Bewoonster Chantal Diepenheim plaatste daar vraagtekens bij: ‘Juist in april en mei was overlast skyhigh. Bovendien kunnen de vliegentellingen nu niet goed worden vergeleken met eerdere periodes. In 2023 werd de lokstof in de onderzoekperiode vaker vernieuwd. Maar juist door de lokstof langer in de doosjes te laten zitten, verhoogde dit tot nu toe de aantrekkingskracht op vliegen. Dus ik vind het niet zo gek dat er nu minder vliegen geteld zijn.’

Er was meer kritiek vanuit het Vliegenteam. Rinus Groen vond het niet in de haak dat in het onderzoek de kinderboerderij van Heijplaat als mogelijke bron van de vliegenoverlast werd aangewezen. Jan van Nies: ‘We hebben vastgesteld dat er meer vliegen zijn aangetroffen in de vallen dichtbij de kinderboerderij. Dit kunnen we niet negeren. Dat wil niet zeggen dat de kinderboerderij een bron is. Wel dat we hier in de toekomst wellicht extra aandacht aan moeten besteden.’

Kanttekeningen bij het effect van maatregelen

Rinus wees op een cruciaal detail het hele vliegenoverlast-verhaal: ‘Er wordt niet beheerd in de fase vóórdat het afval wordt aangeleverd bij het bedrijf. Het afval is namelijk meestal weken onderweg. Als het bij N+P komt, zit het afval al vol maden, poppen en vliegen. De aanvoer moet dus onderdeel van het beheerplan zijn, anders werkt het niet.

DCMR-programmamanager Jan Nies wees op een ander element dat effectieve maatregelen in de weg zit: ‘Een definitieve oplossing ligt niet in onze macht. Dat kan alleen op landelijk niveau als er wet- en regelgeving komt voor de verwerking van dit soort afval. Tot nu toe blijft het bij het ministerie op dit vlak heel stil.’

Nienke de Wilde, directeur handhaving DCMR, had begrip voor de irritaties: ‘Dat de overlast in de beleving van bewoners van Heijlaat niet minder is geworden, is frustrerend. We zijn er gewoon nog niet. Maar we moeten wel echt doorgaan met het onderzoek van het KAD.’

Geef een reactie